FAQ - Metalen platen
Hier vindt u antwoorden op de meest gestelde vragen over metalen platen. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u altijd contact met ons opnemen.
- Staal: Zeer stabiel, verzinkt en gecoat, universeel inzetbaar. Roest niet zolang de coating intact is.
 - Aluminium: Aanzienlijk lichter, zeer corrosiebestendig (ook in industriƫle / zeelucht), geen roest.
 
Tip: Op onze pagina met materiaaleigenschappen van metalen platen vindt u een gedetailleerde vergelijkingstabel.
 Van onder naar boven:
- Beschermende coating aan de achterzijde
 - Grondlaag (Primer)
 - Passiveringslaag
 - Verzinkung
 - Staal- / aluminiumkern
 - Verzinkung
 - Passiveringslaag
 - Grondlaag (Primer)
 - Oppervlaktecoating
 
Alle platen zijn verkrijgbaar met verschillende coatings (dikte in µm, oppervlaktestructuur, RAL-kleur). Hoe dikker de coating, hoe beter de bescherming en hoe langer de (fabrikant)garantie.
Tip: Op onze pagina over coatings voor metalen platen vindt u gedetailleerde vergelijkingen van coatings.
Ja. Alle platen zijn aan de achterzijde voorzien van een kleurcoating (achterzijde lak). De kleur is doorgaans RAL 9002 (grijswit), maar kan per partij of product verschillen.
- De laagdikte van de coating aan de achterzijde varieert op de markt: dikker = betere bescherming, dunner = goedkoper.
 - De exacte gegevens over kleur en coating aan de achterzijde vindt u bij elk artikel onder de technische details.
 
- 1e keus: Trapezium- / golfplaten vanaf 0,50 mm volgens DIN 1090 (typegoedkeuring voor > 1 m overspanningen, zie belastingstabellen). Dakpan- / felsplaten vanaf 0,40 mm volgens DIN 14782 met vastgelegde overspanningen (zie montagehandleiding). Afhankelijk van de coating fabrikantgarantie tot 30 jaar.
 - Restpartij: Metalen platen vanaf 0,40 mm volgens DIN 14782 (zonder typekeuring). Houd de steunafstanden aan (dak tot 1,00 m, wand tot 0,80 m). Restpartij wordt nieuw geproduceerd (geen āuitgesorteerdeā artikelen).
 
Belangrijk: Gebruik bij statische berekeningen geen producten volgens DIN 14782 ā gebruik dan 1. keus.
- Totale breedte is de volledige breedte van de plaat inclusief overlapping.
 - De werkende breedte is de effectieve breedte die zichtbaar blijft na het leggen, dus de totale breedte minus de overlapping.
 
Tip: Voor de oppervlakte- of hoeveelheidsberekening geldt: De eerste plaat wordt berekend met de totale breedte, alle volgende met de werkende breedte. Zo voorkomt u dat de berekende oppervlakte door de overlapping kleiner wordt.
- Lengte = stroomrichting van de nok naar de druiplijst.
 - Breedte = dwars daarop (links ā rechts).
 
Tip: Een dwarsdoorsnede van de breedte vindt u bij de afbeeldingen van de producten.
- Damwandplaten: Bij een doorlopende baan zonder dwarsnaad is ℠3° al mogelijk; bij overlapping en dwarsnaad adviseren wij minimaal ℠5 - 7°.
 - Dakpanplaten: Normaal gesproken > 7°, zie product- / montagehandleiding voor exacte specificaties.
 - Golfplaten: Afhankelijk van het profiel en de fabrikant; vaak geldt ℠7°, bij een zeer vlakke helling zijn aanvullende afdichtingsmaatregelen nodig.
 
Tip: Een grotere hellingshoek verbetert de zelfreiniging door regen en vermindert waterophoping.
Opmerking: Anti-condens-vilt alleen gebruiken bij ℠10° en voldoende ventilatie. Bij dakhellingen van minder dan 10° raden wij het gebruik van kitband aan om de waterdichtheid bij overlappingen en dwarsvoegen te garanderen.
- Overlapping in de lengterichting: 1 golf; bij een geringe dakhelling eventueel 2 ribbels (let op de product- / montagehandleiding).
 - Dwarsvoegen: afhankelijk van het profiel/de dakhelling; bij vlakke daken kitband in de overlapping aanbrengen.
 
Tip: Voor de oppervlakteberekening telt de werkende breedte (overlap al afgetrokken).
- Richtwaarde dak: ca. 6ā8 schroeven / m² (afhankelijk van profiel- en latafstand).
 - Druiplijst / nok / randgebieden dichter schroeven.
 - Gebruik altijd zelfborende schroeven met afdichtingsring; bij berg bovendien kalotten.
 
Tip: De exacte hoeveelheid wordt bepaald door het profiel, de afstand tussen de latten en de afmetingen van de platen (zie montagehandleiding).
Anti-condens-vilt absorbeert condenswater en voorkomt druppelvorming; neveneffect: geluidsisolatie. Voorwaarde: min. 10° helling & goede ventilatie.
Tip: Op onze pagina over het anti-condens-vilt van de metalen platen vindt u gedetailleerde vergelijkingen van het anti-condens-vilt.
De afstanden hebben betrekking op de onderconstructie en worden per profiel / materiaal voorgeschreven (zie montagehandleiding & belastingstabellen).
Belangrijk: Overschrijd de specificaties niet.
- Gebruik een blikschaar, knabbelschaar of koudzaag
 - Ontbraam de randen en verwijder de spanen zorgvuldig
 
Belangrijk: Geen doorslijp- of flexschijven! Vonken beschadigen de coating en kunnen roest veroorzaken.
Opmerking: Hier vindt u alle varianten zetwerk.
Dakplaten hebben een anticapillaire groef (leidt eventueel binnengedrongen water veilig naar de druiplijst). Gevelplaten hebben deze groef niet en hebben een āomgekeerdā profiel.
- Zonder vilt: A1 (onbrandbaar)
 - Met anti-condens-vilt: A2-s1,d0 (onbrandbaar)
 - Geluidsreducerend vilt: C-s1,d0 (moeilijk ontvlambaar)
 
Ja, dat is mogelijk. De trapezium- of golfplaten moeten daarvoor aan bepaalde voorwaarden voldoen.
- Materiaaldikte: min. 0,75 mm
 - Corrosiebescherming: Ideaal zijn aluzink AZ185, 50 µm PURLAK® of 60 µm Puramid
 - Schroeven: Gebruik alleen roestvrij staal (geen verzinkte schroeven)
 - Normen: Montage volgens DIN 1090-4 en IFBS-richtlijnen
 - Bevestiging: Meestal in de berg met kalotten of op adapterrails
 
Tip: Controleer de statica en wind-/sneeuwbelasting ā gebruik alleen systemen met bouwtechnische goedkeuring.
- Anti-condens-vilt of geluidsreducerend vilt gebruiken (dempt impactgeluiden).
 - Zorg voor voldoende isolatie / verlaagde plafond.
 - Ontkoppel contactgeluid (schone opslag, schone bevestiging, geen losse onderdelen).
 
Metalen daken kunnen dienen als natuurlijke vanginrichting als ze volgens de norm zijn gemonteerd, geleidend zijn verbonden en geaard zijn (DIN EN 62305-3). Controleer na elke inslag.
Transportverpakkingen zijn alleen bedoeld voor verzending en moeten binnen enkele dagen na levering worden verwijderd. Als het materiaal niet onmiddellijk wordt verwerkt, moet het droog, onder een dak en op houten balken worden opgeslagen ā niet direct op de grond. De stapel moet schuin staan zodat water kan wegvloeien. Bij langdurige opslag (meer dan twee weken) moeten de platen afzonderlijk worden geventileerd.
Belangrijk: Onjuiste opslag kan corrosieschade veroorzaken die niet kan worden geclaimd.
Voor het laden en lossen moeten vorkheftrucks of kranen met traversen worden gebruikt. De profielranden mogen niet worden beschadigd ā randbeschermingshoeken helpen daarbij. Op de bouwplaats moeten de platen door ten minste twee personen van de stapel worden getild en rechtop worden gedragen.
Belangrijk: Vermijd het slepen over scherpe randen of reeds gelegde oppervlakken.
Onze dakplaten hebben een kern dikte van 30-40 mm, de wandplaten 60-100 mm. Richtwaarde: 80-100 mm voor verwarmde gebouwen, 40-60 mm voor onverwarmde / koude gebouwen.
Onze sandwichpanelen hebben een PIR-schuimkern en bieden daardoor een zeer goede warmte-isolatie, zijn licht en onbrandbaar..
Laatste update: 26 oktober 2025
		
Technisch gecontroleerd door: Grimberg GmbH (Contact)